De Payment Accounts Directive (PAD)
De PAD stelt eisen aan banken gericht op consumenten zoals transparantie, bankwissel en toegang tot een basisbetaalrekening. Wat betekent dit voor banken?

De Payment Accounts Directive (PAD) is sinds 19 september 2014 van kracht en van toepassing op betaalrekeningen van consumenten. EU lidstaten moesten binnen twee jaar de richtlijn vertalen in nationale wetgeving. In Nederland is de richtlijn op 11 november 2016 geïmplementeerd. Aanbieders van betaalrekeningen moeten vanaf 31 oktober 2018 voldoen aan de transparantiebepalingen uit de richtlijn. In de PAD gaat het om transparantie, wisselen van bank en toegang tot een basisbetaalrekening. Betaaldienstaanbieders moeten op kostenoverzichten en andere documenten standaard termen gebruiken voor betaaldiensten. De richtlijn spreekt van betaaldienstaanbieders, ook wel Payment Services Providers (PSP’s) genoemd. Daarmee gaat het dus niet alleen om banken maar ook om andere partijen die betaaldiensten aanbieden. De European Banking Association (EBA) zal, voor de 10 tot 20 meest gebruikte producten, definities opstellen waarna de lidstaten deze moeten omzetten in nationale wetgeving. Daarnaast moeten banken het voor consumenten makkelijker maken om van bankrekening te wisselen. PSP’s zijn onder andere verplicht hun klanten te helpen bij het openen van een bankrekening buiten het eigen land. Tenslotte dienen lidstaten te zorgen voor een vergelijkingsservice. Daarmee krijgen consumenten de mogelijkheid om diensten van PSP’s te vergelijken.

Toepassing

De Payment Accounts Directive heeft betrekking op betaalrekeningen van consumenten. Spaarrekeningen en rekeningen aangehouden door bedrijven vallen niet onder de richtlijn omdat het gaat om rekeningen waarop consumenten geldmiddelen kunnen plaatsen, contanten van kunnen opnemen en betalingstransacties van en naar derden kunnen ontvangen en uitvoeren.  Voordat een consument een betaalrekening bij een aanbieder opent, moeten aanbieders hun klanten een zogenaamd ‘informatiedocument betreffende vergoedingen’ aanbieden. Dat document geeft informatie over de tarieven van de belangrijkste diensten die bij de betaalrekening horen.

Transparantie in terminologie

Naast de lidstaten moet ook EBA aan de slag. Zij hebben de opdracht om voor de 10 tot 20 meest gebruikte producten en diensten standaard terminologie definiëren. Op basis van deze lijst zorgen de lidstaten voor de nationale vertaling daarvan. In Nederland is dat inmiddels gebeurd. De lijst bevat die diensten waarvoor aanbieders een vergoeding in rekening brengen. Deze is gepubliceerd op 25 april 2018. In die lijst is aangegeven dat:

“de gestandaardiseerde termen en bijbehorende definities in deze lijst zijn deels op Europees niveau vastgesteld door de Europese Bankenautoriteit (EBA) en op 11 januari 2018 door de Europese Commissie gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Europese termen en definities zijn in de Nederlandse nationale lijst aangevuld met de overige meest representatieve aan een betaalrekening verbonden diensten in Nederland waarvoor een vergoeding in rekening wordt gebracht.”

Voorbeelden die op de nationale lijst staan zijn onder andere:

  • Aanhouden van de betaalrekening
  • Inkomende en uitgaande overboekingen
  • Aanbieden van een extra betaalpas
  • Aanbieden van een credit card
  • Opname van contant geld
  • Rood staan
  • Papieren rekening afschriften

Betalingsdienstaanbieders en kredietinstellingen zijn vervolgens verplicht deze termen in hun communicatie met consumenten te gebruiken. Dit moet zorgen voor duidelijkheid bij consumenten en maakt het vergelijken van diensten tussen de verschillende aanbieders makkelijker. Overigens is het aanbieders wel toegestaan om eigen termen te gebruiken, mits het verband met de standaardlijst duidelijk is.

Op basis van de regelgeving dienen aanbieders van betaalrekeningen voor consumenten hun klanten elk jaar een vergoedingenstaat te verstrekken. Dit geeft inzicht in de kosten die de aanbieder van betaalrekeningen in rekening heeft gebracht voor alle aan een betaalrekening verbonden diensten en de rentevoeten die eventueel zijn gehanteerd. De klanten met een betaalrekening moeten uiterlijk 31 oktober 2019 voor het eerst een vergoedingenstaat ontvangen hebben.

Van de vergoedingenstaat die de betaaldienst aanbieder moet opstellen is ook een model opgenomen in de uitvoeringsverordening (EU) 2018/33 van de commissie (gepubliceerd 11 januari 2018). Dat geldt ook voor het model “Model informatiedocument betreffende de vergoedingen”  die betaaldienst aanbieders aan consumenten moeten verstrekken.

Toegang tot bankrekening

Consumenten moeten de mogelijkheid krijgen om makkelijker een bankrekening te openen. In Nederland is het hebben van toegang tot een betaalrekening heel gewoon. In de nieuwe landen van de Europese Unie is dat niet altijd het geval. De PAD stimuleert dat iedereen die legaal in de EU verblijft, een bankrekening kan openen. Daarnaast moet ook het openen van een bankrekening buiten eigen land eenvoudiger worden. De huidige kredietinstelling, zoals de richtlijn het instituut noemt waar consumenten een betaalrekening aanhouden, moet de consumenten helpen bij het openen van die rekening.

Wisselen van bank

In Nederland kennen we de overstapservice die straks in elk land beschikbaar moet zijn. De overstapservice geldt alleen voor rekeningen in dezelfde muntsoort. De richtlijn gaat ervan uit dat consumenten alleen geïnteresseerd zijn in een mogelijke overstap als dit zonder buitensporige administratieve of financiële lasten kan. Voor de overstapservice mogen banken een tarief in rekening brengen dat in overeenstemming is met de werkelijke kosten. De wisseling van bankrekening houdt niet op bij het openen van een bankrekening. Om het grensoverschrijdend openen van rekeningen te vergemakkelijken, moet de nieuwe betaaldienstverlener het volgende bieden.

1. Overzetting van alle of sommige doorlopende opdrachten naar de nieuwe betaalrekening.
2. Acceptatie van automatische afschrijvingen vanaf de datum die de consument aangeeft.
3. Verstrekking aan de consument van informatie over de nieuwe betaalrekening.

De nieuwe betaaldienstverlener zal vervolgens de vorige betaaldienstverlener vragen opdrachten door te leiden. De richtlijn gaat zeer specifiek in op de eisen aan de overstapservice.

De betaaldienstaanbieder van de overstappende klant moet deze consument op een aantal terreinen ondersteunen. Ten eerste moet de betaaldienstaanbieder de consument kosteloos de volgende informatie verstrekken.

1. Alle bestaande doorlopende betaalopdrachten.
2. Alle door de debiteur geïnitieerde mandaten voor automatische afschrijving.
3. Alle terugkerende binnenkomende betalingen.
4. Door de crediteur geïnitieerde automatische afschrijvingen die gedurende de voorafgaande 13 maanden op de betaalrekening van de consument zijn uitgevoerd.

Ten tweede moet zij een eventueel positief saldo naar de nieuwe betaalrekening overboeken.
Tenslotte moet ze de ‘oude’ betaalrekening opheffen.

Gevolgen PAD voor PSP’s

PSP’s moeten dus aan de slag. Ten eerste moeten ze de communicatie richting consumenten aanpassen. Het gaat niet alleen om het aanpassen van overzichten naar een nieuw standaard formaat, inclusief de standaard terminologie, maar mogelijk ook om het aanpassen van producten en bijbehorende voorwaarden. Daarnaast zijn wellicht aanpassingen nodig aan websites, apps en andere klantkanalen. Daar blijft het niet bij. PSP’s moeten ook informatie uit het primaire proces halen. Voorbeelden daarvan zijn de overzichten met verleende automatische incasso’s en periodieke betalingen. Veel banken presenteren deze informatie al in de internetportals van consumenten.

Een ander element betreft het acceptatiebeleid van PSP’s. Het weigeren van nieuwe klanten is met de nieuwe richtlijn lastiger. Iedereen die legaal in de EU verblijft moet de mogelijkheid krijgen om een rekening  te openen. PSP’s moeten hun huidige acceptatiebeleid doorlichten om vast te stellen of deze aan de nieuwe regelgeving voldoet. Daarnaast moeten ze nadenken over hoe zij klanten gaan ondersteunen bij het openen van bankrekeningen in andere EU landen.

Bij de Nederlandse Overstapservice geldt het principe dat de klant zich meldt bij de ontvangende bank. De richtlijn staat tarifering toe. Het is de vraag hoe banken daar mee omgaan. Daarnaast moeten banken nadenken over hoe zij klanten gaan ondersteunen bij het openen van bankrekeningen in andere EU landen.

Harro Janssen

Executive Consultant, Enigma Consulting